Illustratie: Marc Weikamp
Illustratie: Marc Weikamp

Boeren, burgers en buitenlui | Ria Elstgeest is zo eigen als de dorpjes die ze hier vond

XInterviews & Achtergrond

ACHTERHOEK - In Boeren, Burgers en Buitenlui spreken we met inheems, import en idealist over hoe het leven in de Achterhoek is. We evalueren en fantaseren en Marc Weikamp zal illustreren, omdat de regio er is om te eren. Deze keer een gesprek met Ria Elstgeest, ze schrijft mee aan de rubriek ‘vrijwilliger centraal’ in het Lochemse weekblad Berkelbode en tekende verhalen op voor het boekje ‘Ik ZIE je’, dat over mantelzorgers gaat. Het is niet verwonderlijk dat ze in de week van de mantelzorger in mijn agenda staat.

Door Eva Schuurman

Sinds 5,5 jaar woont de gepensioneerde Ria met haar man Arie in het Gelderse Laren. “Ik was 15 jaar alleen en ontmoette Arie op de datingsite 50plusmatch”. Ria woonde inmiddels 33 jaar met plezier in Almere Haven en Arie kwam uit Harderwijk: “Ik wist dat als ik iemand zou ontmoeten dat we dan samen zouden beginnen op een nieuwe plek.” En ondanks dat ze zegt Arie simpelweg te zijn gevolgd, is de keuze voor de Achterhoek toch niet heel gek. “We kampeerden vroeger met het gezin op de Bremstruik in Ruurlo.” Dit maakt niet dat Ria pretendeert de streek al te hebben gekend, maar de sfeer was haar wel degelijk bekend. Met Arie bewoont ze een woonboerderij, maar het echte boerenleven is ze van het opgroeien in de Haarlemmermeerpolder gewend. “Ik heb het altijd heerlijk gevonden om hokken schoon te maken en mee te helpen.”

Wanneer ik Ria vraag naar het verschil in dat buitenleven hier of daar haalt ze de atmosfeer aan. “In de polder leef je beneden het zeeniveau en hier zit je erboven.” Ria verlangt niet terug naar de drukte van Almere: “Het is een koude levendigheid.” Ze ervaart deze streek als ruimer en frisser. “Hier heb je boeren en boerinnen met grote knuisten van het werken.” Wanneer we praten over de mensen alhier, vertelt Ria hoe hartelijk zij en Arie in de buurt zijn ontvangen. “Maar ik zal nooit kunnen beantwoorden van wie ik er eentje bun.” Ook is het lastig nu de streektaal nog te spreken en verstaan: “Dat nog leren zal op mijn leeftijd niet meer gaan.” Toch vielen Ria en Arie bij hun komst met de neus in de boter, omdat er meteen iemand 50 werd. Ook het ‘mooi maken’ heeft ze al kunnen bijwonen toen er vlakbij een huwelijksjubileum te vieren was.

Zelf is Ria snel met haar Arie getrouwd. “Het voelde gewoon goed.” En ja, als het zo’n vaart loopt kom je later grinnikend nog wel wat verschillen tegen. “Laat gewoon, geef elkaar de ruimte”, zegt ze louterend en lief. Vandaar dat het keukenkastje in Laren gedogend twee flesjes afwasmiddel bevat: “1 Biologische en 1 Dreft.”

‘Ik kan nooit beantwoorden van wie ik er eentje bun’

Ria Elstgeest is een gevoelsmens, ze breit tijdens ons gesprek aan een baseballvest voor een achterneefje en vraagt zich bijna nog meer over mij af, dan andersom. “Als ik hier zit of sta, dan kan een ander er niet staan”, zegt ze invoelend. “Ik wil weten wat er achter een mens zit, er is altijd een andere kant.” Wanneer ik haar vraag zichzelf te omschrijven zegt ze van sprookjes en verhalen te houden, dit past goed bij de verdieping die zij zichzelf op 40-jarige leeftijd cadeau deed; de opleiding tot vrijeschooljuf. “Te mogen rekenen met eikels en kastanjes”, spreekt ze simultaan aan het huidige seizoen. En in de vrijheid van die herinnering komt er een andere naar boven. Over de verdrietige moeder van een kind uit haar kleuterklas: “Ze vroeg zich af of afscheid nemen van haar overleden moeder wel geschikt voor haar dochter was.” Juf Ria sprak simpelweg dat het kind toch ook haar tranen mocht zien, de vrouw nam haar dochter mee naar oma en daar zong het meisje spontaan ‘Lang zal ze leven.’ “Mensen moeten elkaar een ervaring gunnen; als je diep zit en erdoorheen komt, zorgt die kracht voor de milde lach om de ervaring die je hebt gehad. Ik geloof dat je grootste verdriet ook je mooiste herinnering is.”

Je kunt je niet voorstellen dat iemand met zo’n open blik alleen maar gepensioneerd zit te breien, en dat klopt ook want Ria zag – eenmaal in Laren aangekomen – een advertentie waarin ze zochten naar een taalcoach. “Ik ben daar, na een cursus, als vrijwilliger ingedoken, toen hadden ze me al gauw te pakken bij Stichting Welzijn Lochem.” In Laren was ze taalvrijwilliger bij een meneer die ze over Feyenoord voorlas uit de krant. En toen de krant Ria interviewde over het zijn van vrijwilliger, viel vooral op dat ze zelf zulke leuke vragen stelde. “Toen ging dat balletje rollen.” De interviews die ze daarna zelf afnam deden haar de streek en de mensen beter leren kennen. “We blijven hier zo lang als het kan, al die dorpjes hier hebben iets eigens.”

Ria is een veelzijdige vrijwilliger; naast het zijn van taalcoach en schrijver, werkt ze in de Bibliotheek van Zutphen mee aan de welkomgroep voor mensen van het AZC. “Ze hebben niks en mogen niks, het is een grijs gebied.” Maar eenmaal per week komen ze naar de Broederenkerk om te oefenen met de Nederlandse taal. “De innerlijke kracht van die mensen, juist in die moeilijke situaties.”

Wanneer je Ria over haar bezigheden, passies en werkzaamheden hoort praten kun je je haast niet voorstellen dat ze vrije tijd heeft. Toch zijn er nog genoeg lege dagen, zegt ze. Dagen om buiten te zijn met de honden. “Twee Roemeentjes, de grote is een scheet van een beest en de kleine een vurig opdondertje.” Naar buiten, het past deze rubriek als geen ander. Alhoewel Ria zich ietwat opgelaten voelde deze ruimte in de krant te mogen innemen. Toch is ze al haar hele leven omgeven door ‘boeren’, behulpzaam aan zoveel ‘burgers’ en dat ‘buiten’, tja dat zit er inmiddels ook wel degelijk in: “Ik hoor echt bij de buitenlui. Letterlijk en figuurlijk. De ruimte vind ik hier geweldig.” En ja, ze valt er vanwege de taalbarrière ook weleens liefdevol ‘buiten’, maar dat is in het geval van Ria niet erg. Want Ria houdt van relativeren en leren, maar boven alles van een ander respecteren. En ondanks dat het baseballvestje nog niet klaar is, breien we - met respect - wel een eind aan dit fijne gesprek.


Illustratie: Marc Weikamp 

8 keer 8erhoeks met Ria Elstgeest

Favoriete plek in de Achterhoek:
“Hier, mijn thuis. Het is een woonboerderij van net 20 jaar oud. Mijn man is van het hergebruiken van materiaal, hij heeft een tuinhuis gemaakt en we hebben een ren voor de honden. De grote tuin met vijver was heel gedegen, er stonden buxussen in. Tja, wat ergens staat kun je niet zomaar verruïneren; ik was heel blij met de buxusmot.”

Mooiste bedrijf/organisatie in de Achterhoek:
“De Stichting Welzijn Lochem met Bram Buiting aan het hoofd.”

Mooiste gebouw in de Achterhoek:
“De Broederenkerk waar de bibliotheek van Zutphen in huist. Het is met dezelfde zorg als Kasteel Ruurlo gerestaureerd, daar vind ik het ook zo mooi.”

Meest inspirerende Achterhoeker:
“Chloë Butler, zij doet een co-onderzoek bij ‘SWL’. Het is een Ierse jonge vrouw van midden 20 die met zoveel respect en zo minutieus onderzoekt hoe veerkrachtig de mensen in de gemeente Lochem zijn. Ze spreekt vloeiend Nederlands en heeft zo’n 11 mensen bereid gevonden om anoniem een ‘live-event’ te delen en te vertellen hoe ze daaruit gekomen zijn. Over waar ze de kracht vandaan hebben gehaald. Ik heb 3 van die mensen mogen interviewen.”

Favoriete Achterhoekse artiest/kunstenaar:
“Marius van Dokkum, hij schildert met humor. Prachtig.” Dat van Dokkum net buiten de Achterhoek woont vergeven we Ria, hij maakte namelijk – gedurende zijn leven – net als zij ook de tocht vanuit Noord-Holland richting het Oosten.

Lekkerste Achterhoekse gerecht/drank:
“Bij Wereldbakker Wijnand in Laren hebben ze Pieterpadkoeken, die koeken zijn heel gezond; met noten, rozijnen en appel. Het is zo’n lekker rond dingetje. Zo’n bakker is ook weer iets waar ik zo warm van word, daar werken dan een paar jonge meiden die zich op de chocola gooien; ze winnen prijzen en dat staat dan in de winkel. Mensen die jonge mensen de ruimte geven om te ontwikkelen, dat vind ik mooi.”

Mooiste Achterhoekse lied:
“Sorry, zo’n lied ken ik nog niet. Maar een ander Nederlandstalig lied dat ik prachtig vind is van Trijntje Oosterhuis, “Ken je mij”. Als ik dat hoor, denk ik altijd “Verdorie, ja”. Dat lied verwondert me, het verbaast me. En al die joelende mensen bij Normaal; ik vind het prima, maar het is niet voor mij.”

Mooiste Achterhoekse uitdrukking:
“Weet je, zelfs bij de Plus praten ze ABN met me. Dus ik weet het gewoon niet.” Ik vraag Ria naar een eigen uitdrukking “Iedereen in zijn waarde laten. Als je je verbaast of verwondert over iemand, luister dan. Want er zit altijd iets achter.”


Ria Elstgeest in haar Larense tuin met de honden Kenya en Sonya. Foto: Eva Schuurman 

Bent u of kent u een goede kandidaat voor deze rubriek? Meld dit dan bij redactie@achterhoeknieuws.nl

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant