Ets: Wim van der Meij
Ets: Wim van der Meij

Boekhandel Lovink 175 jaar

Algemeen

Iconisch en knus, goed gesorteerd én chaotisch: een boekhandel met drie gedichten op de zijgevel. Schrijver Eke Mannink werkt sinds deze zomer in Lochems Lovink. Ze portretteert de jubilerende boekwinkel de komende weken van binnenuit. 

Aflevering 1: papier

‘Mijn kleindochter begint komende week aan het gymnasium. Ik wil haar graag een mooi boek geven, maar welk … géén idee.’ Opa kijkt bijna wanhopig over zijn bril en gooit zijn armen in de lucht. Op een haar na raakt hij daarbij het rechteroor van een andere klant. Ik duik achter mijn collega langs en loods hem mee naar de tafel met fictie.
Mijn klant denkt aan iets moderns, voor young adults, of juist een klassieker. Ik vraag hem of een Russische roman iets voor zijn kleindochter kan zijn. Hij fronst. ‘Tja, maar wat?’ We zijn het erover eens dat een gymnasiaste-in-spe te jong is voor De Idioot van Dostojevski. Uiteindelijk kiest hij voor Oblomov van Ivan Goncharov, over een Russische edelman die niet in staat is tot enige actie; de eerste honderdvijftig bladzijden komt hij zelfs zijn bed niet uit.

De grootvader kijkt tevreden naar hoe het papier van de boekhandel – met een gravure van de Markt te Lochem in 1743 – om het boek wordt gewikkeld. ‘Dat vormt een essentieel onderdeel van het cadeau,’ zegt hij. ‘Er zijn zelfs mensen die Lovinkpapier inlijsten,’ reageert een mevrouw achter hem. 

Al inpakkend vraag ik me af waarom ik een Russische klassieker suggereerde. Misschien heeft het te maken met het op stapel staande jubileum; komende maand viert Lovink zijn honderdvijfenzeventigjarig bestaan. Als team hebben we gehersenstormd - een beetje boekhandelaar strooit zo weinig mogelijk Engels door zijn/haar Nederlands - over een aardige attentie voor een winnaar van de wedstrijd die de Lovink Academie uitschrijft. We keken naar romans die verschenen in 1846, het jaar waarin Lovink voor het eerst zijn deuren opende. Arme mensen is daar een voorbeeld van - het debuut van Fjodor Dostojevski, een briefwisseling tussen een berooide ambtenaar op leeftijd en zijn overbuurvrouw, op wie hij verliefd is.

‘Ik vraag er altijd om,’ klinkt een stem vanachter in de rij. ‘Dan peuter ik de plakbandjes er vanaf en bewaar ik het in de keukenla.’ Het gesprek over ons karakteristieke papier is nog altijd gaande. ‘Handig voor hergebruik,’ beaamt een andere klant. 

‘Kijkt u eens,’ in de paar weken dat ik hier werk heb ik me de bekende verkoopzinnetjes onbewust eigen gemaakt, met intonatie en al. Ik overhandig het verpakte boek aan de meneer met de bril. ‘Laat u weten wat uw kleindochter ervan vindt?’ De man knikt stellig, glimlacht, groet en loopt met het cadeau onder zijn arm de winkel uit.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant