Het historischcafé mag zich op belangstelling verheugen. Foto: Arjen Dieperink
Het historischcafé mag zich op belangstelling verheugen. Foto: Arjen Dieperink

Geschiedeniscafé - De geschiedenis dichter bij de mensen brengen

LOCHEM - Vanaf begin 2019 organiseert het Historisch Genootschap Lochem - Laren - Barchem met regelmaat het geschiedeniscafé. De bijeenkomst vindt altijd plaats in het Stadshuus. Het doel van het Historisch Genootschap is om de geschiedenis dichter bij de mensen te brengen. Hoe is het idee ontstaan en heeft het aan de verwachting voldaan?

Door: Arjen Dieperink

Een ontmoeting bij Paul Roodbol, secretaris van het Historisch Genootschap. Wout Klein is de auteur van het boek, de vierdelige serie die hij samen met Focko de Zee schreef, over de historie van Lochem. "Eigenlijk is het idee voor een geschiedeniscafé zo'n vier à vijf jaar geleden ontstaan. Wij hebben als Historisch Genootschap een brainstormsessie gehad. De wens was om een beleidsnota voor de vereniging te ontwikkelen op langere termijn. De vraag was hoe je buiten de leden van de vereniging om nog meer mensen kunt bereiken. Onze vereniging is qua ledenaantal zeer stabiel of licht krimpend. Het is van belang dat na ons anderen de kar van de vereniging kunnen blijven trekken. Verschillende ideeën kwamen tijdens de brainstormsessie naar boven, onder andere een geschiedeniscafé. Toen het volgende punt, wie wil dat op zich nemen kwam, tja, toen werd het stil", kijkt Paul Roodbol Wout Klein aan die soepel het 'stokje' over neemt.

"Focko en ik besloten een presentatie te doen van de boeken die wij hebben geschreven. Verschillende thema's die wij hadden beschreven passeerden de revue. Het werd een groot succes. De belangstelling was enorm. Na onze presentaties zouden de bijeenkomsten ten einde zijn. Toen dacht ik, dat kan niet, ik ga die kar trekken. Zo ben ik begonnen met het geschiedeniscafé. In het begin hadden wij meerdere pauzes gepland. Dat hebben wij teruggeschroefd daar het toch veel drukte geeft en men dient de belangstelling wel vast te blijven houden."

Er worden per geschiedeniscafé drie verschillende lezingen gehouden van zo'n vijftien minuten. Wim Klein: "Wij hebben het zo kort gehouden zodat er ook mogelijkheid is om vragen te stellen of misschien aanvullingen te geven. Ook kan het zo zijn dat er een onderwerp is die de bezoeker minder interesseert, dan duurt het niet zo lang voor het volgende onderwerp wordt belicht." Voor de zekerheid heeft Klein twee onderwerpen in zijn portefeuille zitten, mocht onverwachts te weinig onderwerpen zijn dan kan hij het ergens over hebben.

Inmiddels heeft het geschiedeniscafé haar bestaan bewezen. Het aantal bezoekers steeg, ook al waren het meer leden van het Historische Genootschap dan andere gasten. Iedereen is er gratis welkom. Twee onderwerpen voor de eerst aankomende geschiedeniscafé zijn al bekend. Oud-hoofd van de meester G. Propschool en voorzitter van het Historisch Genootschap Bert Brand belichten het onderwijs in de gemeente Lochem. Jaap Elzinga neemt de bezoekers mee in de wereld van de paleografie, waarbij oude teksten worden getranscribeerd. "Het mooie is dat de werkgroep paleografie uit twaalf personen bestaat. Men vertaalt het oude schrift. Het erfgoedcentrum Zutphen (Het archief van de gemeente Lochem is daar opgeslagen, AD) verstrekt met regelmaat oud schrift. Door de werkgroep wordt het vertaald, hierdoor zijn de archiefstukken beter toegankelijk voor iedereen."

Het eerstvolgende geschiedeniscafé vindt plaats op zaterdag 7 maart om 14.00 uur in het Stadshuus. De toegang is gratis.