Foto: Yvonne Voeten
Foto: Yvonne Voeten

Het verhaal van Sevgi Okatan

In de straat valt het meteen op: in een van de tuinen, voor het raam staat een bank met knalroze kussentjes. Daarnaast staan twee stoelen met hel blauwe kussentjes. Ze nodigen uit om lekker even te zitten. Dat gebeurt regelmatig als de bewoner mijnheer Bayram Okatan bezoek krijgt van zijn kleinkinderen en zijn schoonzoon of buren en kennissen. Sevgi is de dochter van deze mijnheer en de dertig gepasseerd. Zij is tijdelijk bij haar 84-jarige vader ingetrokken. Dit is haar verhaal.

Door Rita Elstgeest

Met haar gezin woont Sevgi aan het eind van de andere straat: dichtbij dus. Zij is de jongste van de vijf kinderen Okatan en tevens de enige die voor haar ouders zorg draagt. Want: “zij hebben mij groot gebracht en nu zij mij nodig hebben moet ik er gewoon zijn”. Dus zorgt ze ervoor altijd mee te kunnen gaan naar artsen en ziekenhuizen. Vader is 84, heeft verschillende tia’s gehad en een paar keer longontsteking. Nu gaat het goed met extra zuurstof ’s nachts. Lopen gaat moeizaam. Moeder is 17 jaar jonger. Als zij in de medische molen terecht komt met hartklachten, zorgt Sevgi ervoor dat als moeder voor een operatie in het ziekenhuis ligt, vader naar een zorghotel gaat. Dat is enkele jaren geleden.

Dankzij de onvoorwaardelijke steun van haar man en begrip van haar 13-jarige dochter Cansu en 7-jarige zoon Can kan zij met een gerust hart haar ouders ondersteunen.

Coronatijd laat voelen hoe groot het beroep is, dat op deze onvoorwaardelijke steun gedaan wordt. Sevgi heeft altijd alles strak gepland en een plannetje klaar voor haar ouders. “Als mama zus dan papa zo.” Maar dan moet op 9 april moeder, oma, opgenomen worden. Vader, opa, kan ondanks corona wel opgenomen worden in een zorghotel, maar mag daar geen bezoek ontvangen! En ook de huisarts raadt aan hem thuis te houden: dat is veiliger dan in een zorghotel. Sevgi zit met haar handen in het haar… “het lijkt wel of ik hem op mijn rug de berg heb opgetild en hem nu een duwtje moet geven de berg af!”… en besluit bij haar vader in huis te gaan wonen. Zo kan ze zorgen voor haar vader en toch thuiswerken op de laptop. Elke dag gaat ze een uurtje naar het ziekenhuis voor een bezoek aan haar moeder. Dan is er altijd wel een buurvrouw of kennis die ‘voor het raam’ gaat zitten om een oogje in het zeil te houden op vader. Ondertussen draait haar gezin thuis met haar man rustig verder. Als het mooi weer is komen ze op gepaste afstand achter in de tuin eten: dan heeft haar man of zij gekookt. Zo zien ze elkaar in ieder geval even.

In deze moeilijke tijd ontvangt Sevgi ook heel veel steun, liefde en hulp van buren en bekenden. Het zijn de gesprekjes, de berichten, de bloemen en belletjes die haar steunen. Zo ervaart ze in deze tijd wie de ménsen zijn.

Het ziet er naar uit dat haar moeder maandag 25 mei naar huis komt. Voor vader heeft ze een ‘aftelkalender’ gemaakt, zodat hij weet wanneer hij een dansje kan maken! Dan komt thuiszorg weer uitgebreider langs en kan haar zorg langzamerhand overgedragen worden.

Sevgi voelt zich zo goed in wat ze doet! “Dit is tussen mij, God en mijn ouders en ik respecteer andermans gedachten. Ik zorg goed voor mezelf en daarmee ook voor anderen”. Zij vertrouwt erop een voorbeeld te zijn voor haar kinderen. Want eens worden zij en haar man wellicht hulpbehoevend.
Haar kinderen kijken in ieder geval uit naar het gewone leven: zij willen weer bij haar kunnen slapen en gewoon weer met z’n vieren samen aan tafel lekker eten.

Hart hebben voor elkaar, voor elk medemens: ongeacht afkomst, religie of overtuiging dan ook. Want wie goed doet goed ontmoet. Daar is Sevgi een bijzonder voorbeeld van.