Jos en Lucienne tijdens hun bruiloft in Amsterdam, mei 1960. Foto: familiearchief
Jos en Lucienne tijdens hun bruiloft in Amsterdam, mei 1960. Foto: familiearchief

Lochems ongeluk leidt tot bijzondere geschiedenis

LOCHEM - Jos Raap, geboren in Amsterdam in 1936, heeft een aparte band met Lochem. In februari 1958 was hij er tijdens zijn legerdienst betrokken bij een ongeluk. Máár dat was niet zomaar een ongeluk, want voor Jos zou het uiteindelijk leiden tot een huwelijk van meer dan vijftig jaar met zijn vrouw Lucienne Blumenthal.

"Het was slecht weer die dag", vertelt Raap. "Ik liep in de berm en passeerde een stilstaande militaire vrachtwagen. Een andere vrachtwagen wilde op diezelfde weg net draaien, maar dat ging niet goed. Hij gleed bij het optrekken helemaal weg, ik kwam precies tussen de twee vrachtwagens terecht. Ik probeerde mezelf te beschermen, met mijn hand boven mijn hoofd. Maar dat hielp niet."

De herinneringen aan die dag zijn Jos Raap altijd bijgebleven. Na zijn ongeluk in Lochem werd hij naar het militair hospitaal in Arnhem gebracht. Daar werd hij geopereerd. Nadien belandde hij in een militair revalidatiecentrum in Doorn. Terwijl Jos Raap revalideerde, woonde zijn toen nog toekomstige vrouw in Zuid-Frankrijk. Het toeval hielp hen dichter bij elkaar te komen. "Er kwam in het revalidatiecentrum zo nu en dan een priester bij me," vertelt Jos. "Die man vertelde me over de Internationale Militaire Bedevaartstocht naar Lourdes, die in 1958 voor het eerst georganiseerd werd. Ik zei hem dat ik daar geen geld voor had. Toch gaf hij me op, hij regelde alles voor me."

Tijdens de bedevaartstocht in Zuid-Frankrijk ontmoette de katholieke Jos Raap in een souvenirwinkel de Joodse Lucienne Blumenthal, die toevallig in die winkel werkte. Ook Lucienne kwam van elders. Jaren eerder, tijdens de oorlog, woonde ze in de Joodse buurt van Antwerpen. Haar vader werd in juli 1942 op straat opgepakt door de nazi’s en naar een werkkamp in Noord-Frankrijk gestuurd. Haar moeder bevond zich sinds mei 1940 in Zuid-Frankrijk, waardoor Lucienne tijdens de oorlog zonder ouders was. Als vijfjarig kind maakte ze in september 1942 de razzia in haar eigen straat mee. "Schuin aan de overkant woonden mijn oom en tante met hun twee kinderen", schreef Lucienne in een getuigenis in 2008. "We zagen door het raam hoe zij, met nog vele anderen, in de vrachtwagens werden geduwd. De Duitsers schreeuwden en schreeuwden. Wij zaten daar doodstil en dachten: ‘Waarschijnlijk zijn wij zo aan de beurt.’ Maar, de Duitsers deden die dag maar één kant van de straat en reden toen weg." Het gezin van Luciennes oom en tante werd korte tijd later gedeporteerd naar Auschwitz en vergast. Lucienne werd kort na de razzia ondergebracht op een ander onderduikadres, en wist uiteindelijk in een gehucht in de buurt van Turnhout te overleven. In 1954 vertrok Lucienne van Antwerpen naar haar moeder, die nog altijd in Zuid-Frankrijk woonde.
Lucienne begon te werken in de souvenirwinkel in Lourdes, waar Jos door toeval haar winkel binnenstapte. Nog tijdens de bedevaartstocht van Jos, die drie dagen duurde, werden huwelijksplannen gemaakt. In mei 1960 trouwden Jos en Lucienne in Amsterdam. Het ongeluk in Lochem leidde zo tot een huwelijk dat een leven lang zou duren, tot aan Luciennes overlijden in 2013 in Apeldoorn. Zo kan ook een ongeluk soms leiden tot een leven vol geluk.

De volledige geschiedenis van Lucienne en Jos is te lezen in het boek ‘Vergeten is het grootste verlies’ (Uitgeverij Vrijdag) van Reinier Heinsman, een kleinzoon van Jos en Lucienne. Het boek verschijnt op 6 oktober 2020 en is verkrijgbaar in Nederland en Vlaanderen.

Jos en Lucienne op de Veluwe 1972. Foto: familiearchief