Afbeelding

Gebouw De Toekomst

In de 19de en begin 20ste eeuw sprongen diverse bezorgde mensen en organisaties in het gat van de ‘verheffing van het volk’. Dat was ook wel nodig, gezien drankzucht en kinderarbeid onder ‘het volk’. Drankmisbruik bevorderd door de baas, dat wel. Want als het weekloon in de kroeg werd uitbetaald, bood de baas een borrel aan. Voor het fatsoen nam de arbeider er dan ook op eigen kosten nog een paar.

Kindermisbruik werd door de wetgever min of meer bevorderd, want het beroemde kinderwetje van van Houten gold wel, maar controle was er niet. Dus met 12 jaar stond je 12 uur per dag in de fabriek of op het land. In Lochem was dat niet anders.
Onder het motto: “Naast het streven van hen, die verbetering der sociale misstanden voor alles van ene hervorming van der maatschappelijke ordening hoopen, staat eene beweging, die in de eerste plaats heil verwachtten van ene hervorming van den mensch” was Het Nut in 1831 in Lochem begonnen met lezingen om die ‘mensch’ te verheffen. Ook de oprichting van een bewaarschool, een school voor zangkunst, tekenonderwijs aan valklieden, gymnastieklokaal en huisvlijtschool was een initiatief van het Nut. De belangstelling was groot, daarom gaf de Spaarbank aan architect Berlage in 1892 de opdracht een ontwerp voor een eigen Lochems Volkshuis te maken, gelegen in de Louwkeshoek, verbastering van ‘leerlooiershoek’.
De Lochemse socialisten vonden dat er forser aan die ‘Volksverheffing” moest worden getrokken. Gebouw De Toekomst aan de Burgemeester Leenstraat zou vanaf 1910 het antwoord moeten zijn. De Lochemse Geheelonthoudersvereniging mocht er een drankbestrijdingscafé beginnen, de toneelvereniging “Houdt Moed” hield er haar repetities en uitvoeringen.
Ook de vergaderingen van de SDAP, CPN en vakbonden werden er steevast gehouden.
Lochemers haalden vroeger nog wel eens herinneringen op over de plezierige en kameraadschappelijk sfeer die er heerste en vooral over de warmte in de winter om even op verhaal te komen.
Maar het “verheffen van het volk” had wel zijn prijs, waardoor men het, ondanks veel vrijwilligers, niet kon bolwerken.
In 1968 stopte de exploitatie, waarna het in 1998 is afgebroken. Daarmee verdween een stukje erfgoed uit Lochem.
De Garve kwam ervoor in de plaats, maar dat gebouw is alweer afgebroken. Het schijnt niet mee te vallen om het volk te verheffen.