Afbeelding

't Spijk

't Spijk was ooit een mooi voorbeeld van een buitenplaats. Naast de hofstede werd op een gegeven moment een (zomer)verblijf voor een rijke stedeling gebouwd. Die wilde rust en luxe, aanzien en status. Dus een groot, statig huis, veel kamers, met een 'upstairs and downstairs', want verschil moet er zijn.

Een mooie oprijlaan, een groot flaneerpark, soms een sterrenbos en liefst een groot gebied om te kunnen jagen. De inkomsten van het land, zoals bij een kasteel, had men niet nodig, want de inkomsten kwamen van elders.

Hoewel er al veel eerder een stuk land is met de naam 'die Spieck', dat tot 't Haveke behoort, is er pas eind 18e eeuw sprake van een zelfstandig goed 'het Spyck' in handen van de familie Sölner. In de 19e eeuw boeren de families Jansen en Uenk op het Spyck, tot makelaar Cornelis Jacobus de Lange er een herenhuis bij zet.

Onder de volgende bewoners uit de familie Völcker – allemaal officieren bij de huzaren van Boreel – groeit 't Spijk in de eerste helft van de 20e eeuw uit tot een buitenplaats met tuinen en veel personeel.

Na WO II is 't Spijk vele jaren conferentieoord van de paters Lazaristen. In 1934 werd er een aparte kapel 't Spijk gebouwd voor de katholieke gemeenschap van Eefde. Sinds 1993 is het oorspronkelijke hoofdgebouw onderdeel van een woonzorgcentrum.