Andre Meilink met het kunstwerk van zijn vrouw. Foto: Arjen Dieperink

Andre Meilink met het kunstwerk van zijn vrouw. Foto: Arjen Dieperink

Brandweerman André Meilink: 'Het is een voorrecht om deze baan te mogen hebben'

LOCHEM - Slechts een bescheiden berichtje verscheen op zijn Facebookpagina dat, na dertig jaar diverse piketdiensten te hebben gedraaid, er een punt is gekomen dat het niet meer hoeft. Het was een bericht van brandweerman in hart en nieren: André Meilink.

Door Arjen Dieperink

Terwijl André Meilink (61) op de bank neerploft, valt het schilderij achter hem aan de wand op. "Dat heeft mijn vrouw gemaakt, ik ben er zeer trots op. Moet je kijken; in het schilderij zitten verwijzingen naar enkele van de vele uitrukken die ik heb meegemaakt. Ik kreeg het toen ik vertrok van het korps Lochem naar de regionale organisatie." André leest hardop: "Door het oog van de naald", een artikel dat door de verf naar voren komt en verwijst naar een incident tijdens de bouwwerkzaamheden in de bouwput 'Brouwershof'. Daar, aan de Markt, ontstond een grote breuk in de water- en gasleiding. Ook is er een artikel over stormschade te zien en over de overdracht van het postcommandantschap van Bennie aan André.

Eerste inzet
De belangstelling voor de brandweer zat er bij Meilink vroeg in. "Ik sliep met mijn broertje samen op een kamer en wij hadden een scanner. Ging de scanner af dan gingen wij ook mee. Eerst op de fiets en later toen ik achttien was met de auto. Wij volgden menige brand." Ook zijn 'eerste inzet' kan André zich nog goed herinneren, een brede lach verschijnt op zijn gezicht. "Zoals ik al zei, mijn broer en ik luisterden naar de scanner en toen ging deze af voor een brand op het Grote Veld. Wij trokken onze kleren over de pyjama's aan en gingen op pad. Toen de brandweercommandant, Olthof, ons zag, zei hij: 'Nu jullie toch hier zijn kunnen jullie helpen.' Wij kregen ieder een vuurzweep om het vuur uit te slaan. Toen wij thuiskwamen, ontdekten wij pas dat de zooltjes van onze pantoffels helemaal gesmolten waren. Dat was voor mij de eerste inzet. Zij het nog niet als brandweerman."

Brandweerman André
Brandweerman worden gebeurde toch niet zomaar even voor André Meilink. Een klein zetje had hij nog nodig om de stap te maken. Een zetje waar hij tot op de dag van vandaag geen seconde spijt van had. Dat zetje kwam van zijn buurman. "Wij woonden enkele jaren in Barchem en mijn buurman zat bij de brandweer in het dorp. Hij vroeg mij of ik niet bij de vrijwillige brandweer wilde. Zo gezegd, zo gedaan." Drie jaar later verhuisde het gezin naar Lochem en verkaste André naar brandweerkorps Lochem. Na de overstap van vrijwilliger naar beroepsbrandweer volgde hij diverse opleidingen en werd hij brandweerofficier.

Indrukken
De vuurwerkramp in Enschede, zaterdag 13 mei 2000, kan André zich nog goed voor de geest halen. "In Lochem werden wij opgeroepen om de brandweer in Enschede af te lossen. In Lochem konden wij de rookpluim boven Enschede al zien. Eerst moesten wij naar een verzamelpunt, vandaar zijn wij de getroffen wijk ingegaan. Eerst zag je een enkele dakpan op straat liggen, naarmate wij verder reden werd het meer en meer. De ruiten waren er uit. Weer iets verder de daken eraf en uiteindelijk stond je in een onwerkelijke omgeving. Overal waren branden." Maar ook van andere indrukwekkende uitrukken zou hij een boek kunnen schrijven.

Beeldje
Op 20 november vorig jaar ontving Meilink een Koninklijke Onderscheiding uit handen van Annemieke Vermeulen, burgemeester van Zutphen. In de kamer staat een beeldje, het stelt een brandweerman met een spuit voor en er staat vermeld: '20 - 11- 2020 Koninklijke onderscheiding. Wij zijn trots op jou! Liefs je vrouw, kinderen & de aanhang. Het geeft de betrokkenheid van zijn gezin weer. De drie kinderen zijn inmiddels uitgevlogen. "Mijn zoon zit bij de brandweer Laren. De dochters vinden mooi wat wij doen, maar zijn geen brandweervrouwen", vertelt Meilink.

Laatste inzet
Na zo'n dertig jaar diverse piketten te hebben gedraaid, komt daar een eind aan. "Mijn laatste inzet had ik vorige week in Lochem. Ook toevallig, bij het korps vanwaar ik de overstap deed naar het regionale." Mijn contacten met de posten in de regio en niet te vergeten de collegialiteit, heb ik altijd als zeer prettig ervaren. Iedereen wil ik hiervoor graag bedanken. Uiteraard blijf ik mij inzetten voor de Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland. Ik mag nog zes jaar door; voor mij is het geen moeten. Het is een voorrecht om deze baan te mogen hebben."