Afbeelding

Verfraaiingsgezelschap

In de Lochemse Courant van 2 juni 1885 stond een mooi gedicht van dominee Horst en dichter Staring over de lokkende fluit van het stoompaardje van de tram. Stromen toeristen zouden daardoor, gewapend met veldfles en stok, de Lochemse natuur en het stadje komen bezoeken. Geen wonder dat Lochem daarop inspeelde.

Op 9 juni van dat jaar werd in de sociëteit De Eendracht de oprichtingsvergadering van het ‘Verfraaiings-Gezelschap voor Lochem en omstreken’, gehouden, later omgedoopt in VVV. Bijna was ze daarmee de eerste toeristische wervingsclub in Nederland geworden. Valkenburg, de oudste, was een paar maanden eerder.

Met een contributie van 50 cent per jaar konden handwijzers en banken geplaatst worden op de Paasberg, een Belvedère op de Lochemse berg gebouwd en een wandelkaart voor Lochem en omstreken gedrukt. De VVV-activiteiten werden als het ware gedragen door burger, ondernemer en de politiek, want het zorgde zichtbaar voor toeristen en bestedingen. Dat was waarschijnlijk ook de reden dat in 1945 werd samengegaan met een andere promotieclub “Lochem Vooruit”. Deze vereniging moest nieuwe inwoners werven. Zo ontstond in dat jaar in café Pasman, in de Emmastraat, “VVV Lochem Vooruit”. Het bestuur had een indrukwekkende samenstelling, elke zichzelf respecterende Lochemer zat er in.

De plaats van het VVV-kantoor was meer een zaak van inpakken en uitpakken. Alleen al na WO II ging men van een kiosk bij Huize Gudula, naar de Schouwburg, het Klepperhuuske aan de Markt, de voormalige sociëteit De Harmonie, met ANWB-winkel en nu in het oude Lochemse stadhuis, eerst onder de vlag van Lochem 3.0, nu weer onder de beschermende constructie van Achterhoeks Toerisme.

Die samenwerking tussen VVV, middenstand en gemeente heeft haar vruchten afgeworpen, zodat het aantal overnachtingen in de loop van de jaren fors toenam, tot 80.000 in 1951 en 328.000 in 2012. Dat aantal schijnt nu weer wat te zakken, ondanks het fraaie onderkomen van de VVV.