Afbeelding

Wolzak

Jan Jacob de Vuller werd in 1811 'maire' van Gorssel onder Frans bewind. De nieuw gevormde gemeente beschikte niet over een gemeentehuis dus kwam het goed uit dat de Vuller via zijn schoonvader kon beschikken over boerderij de Wolzak in Eefde.

Die boerderij werd, onder verschillende benamingen – Eyink, Kocksgoed en Wolsack - al genoemd vanaf de vijftiende eeuw. Het nabijgelegen Wolsackse Velt was het exercitieterrein van de Huzaren uit Zutphen.

Burgemeester de Vuller kon in de herenkamer van de boerderij de secretarie van de gemeente onderbrengen. Die herenkamer was niet groot genoeg om er ook nog de Raad van de gemeente te laten vergaderen; dat gebeurde in de plaatselijke herberg 'De Laatste Stuiver'. Zelf woonde de burgemeester niet op de Wolzak, maar in Zutphen.
In 1830 volgde Johan Anton de Vuller zijn vader op als burgemeester van Gorssel en Dorth. Hij vestigde zich wel op de Wolzak. Althans: hij liet omstreeks 1835 de historische boerderij afbreken en ongeveer 100 m naar het zuidwesten een nieuwe bouwen. En op de oorspronkelijke plaats liet hij een voornaam huis verrijzen. Zowel huis als boerderij kregen de naam 'Wolzak'. In het nieuwe woonhuis van de burgemeester was tevens plaats voor de secretarie en zelfs voor de vergaderingen van de Gemeenteraad. Na zijn periode als burgemeester bleef de Vuller in 1860 nog op de Wolzak wonen, terwijl ook de secretarie daar nog enkele jaren gevestigd bleef.
Het huis kende nog diverse bewoners voordat het lang kwam leeg te staan en het in 1951 werd gesloopt om plaats te maken voor villa's. De 19e-eeuwse boerderij was verpacht en behield zijn functie tot aan de 21e eeuw, toen de laatste eigenaar stopte met boeren. De grotendeels vervallen boerderij werd tussen 2002 en 2004 verbouwd tot een opvallend woonhuis. Van de oude deel resteert alleen een fragment van de achtergevel. Het oude woonhuis is grotendeels gerestaureerd.