Afbeelding

Arnold Joost van Keppel

Zeker al drie eeuwen sinds zij zich vanuit Keppel hier hadden gevestigd domineerden de van Keppels de adellijke huizen en families in wat tegenwoordig de gemeente Lochem is. Met Verwolde als uitgangsbasis verspreidden zij zich over kastelen als Westerholt, Ampsen, Oolde, de Cloese en de Woolbeek. Maar deze expansie ging gepaard met verwatering van de vermogens en zo ontstonden er ook minder welvarende takken van de familie. Al in 1930 was B.J. Klein Breteler, oud conducteur bij de Twentse Electrische Tramwegmaatschappij (TET) een busdienst begonnen van Epe naar Apeldoorn, samen met compagnon van Dijk.

De ironie wil dat nu juist een lid van zo'n verarmde tak het tot in de hoogste kringen wist te brengen en ons een van de meest illustere kastelen van deze omgeving zou nalaten.

Arnold Joost van Keppel (1670 – 1718) had van zijn vader Oswald van Keppel, heer van Voorst de eenvoudige spieker de Voorst bij Eefde geërfd. Hij kreeg toegang tot de hofkringen rond Stadhouder Willem III, die vaak verbleef op zijn jachtslot 't Loo in Apeldoorn. Zijn studie in Cambridge zal daarbij geholpen hebben, want Willems echtgenote Mary Stuart II was immers een Engelse prinses en beiden waren intensief betrokken bij de machtsstrijd rondom de Engelse troon. Arnold Joost van Keppel maakte de oversteek van Willem en Mary naar Engeland en de daar ontketende 'Glorious Revolution' mee en klom op in de hofhouding van het nieuwe Londense koningspaar. Koning William benoemde zijn gunsteling tot Baron Ashford en Viscount Bury en, als kers op de taart, tot Earl of Albemarle. Albemarle was overigens geen kasteel, stad of graafschap van betekenis. Het was een onbeduidend plaatsje in Normandië, waar de Earl niets te zeggen had.

Net als zijn beschermheer Willem III leefde Arnold Joost van Keppel in twee werelden. Enerzijds vervolgde hij zijn carrière aan het Londense hof. Hij werd hoofd van de koninklijke lijfwacht en in 1700 ridder in de orde van de Kousenband. Zijn kinderen werden Engels opgevoed en bleven ook na zijn dood in Engeland. Zoon Willem werd de 2e Earl of Albemarle en inmiddels is Rufus Arnold Alexis Keppel, geboren in 1965, de 10e in de rij.

Tegelijkertijd was Arnold Joost zijn wortels in de Graafschap niet vergeten. Vanaf 1695 liet hij zijn geboortehuis de Voorst en de omliggende tuinen geheel opnieuw bouwen en inrichten, alles naar het voorbeeld van 't Loo, waar hij immers zijn carrière was begonnen. Ook kocht hij de aanpalende huizen Den Dam en 't Velde, dat laatste aan de overkant van de Berkel, waaroverheen van Keppel eerder al een brug had laten slaan. Zo verzekerde hij zich van een uitgestrekt jachtgebied en van woonruimte voor onder anderen zijn moeder die op 't Velde ging wonen.