Sociaal beleid scherp in beeld

LOCHEM - De gemeenteraad is relatief goed op de hoogte van de ontwikkelingen in het sociaal domein. Dat is de conclusie van de rekenkamercommissie uit onderzoek naar de situatie in de gemeente Lochem en vergelijking met enkele andere gemeenten. In het voorjaar van 2020 was de gemeenteraad niet zo tevreden over de informatie van het college bij de tussenevaluatie van ’t Baken, de nieuwe uitvoeringsorganisatie voor het sociaal domein in Lochem.

Dit was voor de rekenkamercommissie aanleiding om de informatievoorziening aan de raad in het sociaal domein te onderzoeken. Naast de algemene informatievoorziening in begroting, beleidsnota's en rapportages, heeft de commissie ook de informatievoorziening bij drie concrete casussen doorgelicht: de opheffing van de werkvoorziening Delta, de Visie op Preventie en de Tussenevaluatie van 't Baken.
Het rapport van de rekenkamercommissie bevat een aantal adviespunten. Zo kunnen het college en de organisatie werken aan het vereenvoudigen van beleidsnota's en nog meer doen aan het helder maken van beleidsdoelen. Ook kan de gemeenteraad beter gebruik maken van aangeboden informatie zoals in de raadsmonitor Sociaal Domein. Het contact tussen inwoners en organisaties met de gemeenteraad kan intensiever, vooral bij concrete vraagstukken. Bij vraagstukken op sociaal vlak is het vaak wel een uitdaging om dit contact goed te organiseren.
De rekenkamercommissie heeft ook onderzocht hoe de gemeenteraad zijn instrumenten gebruikt om het beleid te sturen en toezicht te houden op de uitvoering. Uit een enquête en vraaggesprekken blijkt dat de gemeenteraad van Lochem actief betrokken is en graag 'meekijkt' hoe het beleid en de uitvoering vorm krijgen. "Sterke betrokkenheid vraagt echter wel veel inzet van raadsleden. Niet elke fractie kan dat in gelijke mate opbrengen. Ook gaat oog voor details ten koste van oog voor de echte strategische vragen en keuzes." De rekenkamercommissie adviseert de raad om zelf te onderzoeken hoe er meer op lange termijn ontwikkelingen gestuurd kan worden en minder op details en incidenten.
Tot slot vinden raadsleden vinden het agenderingsrecht heel belangrijk. Verhoudingsgewijs maakt de raad nog beperkt gebruik van dat recht.