Afbeelding

Eer en geweld bij de Lochemse adel

“Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.” Dat vinden we wellicht logisch, maar die zin is pas in 1983, als artikel 1 in onze grondwet gekomen. Toch werd de roep om iedereen gelijk te behandelen als tijdens de Franse revolutie (1789-1799) gehoord.

Voor die tijd leefde men in een standenmaatschappij, bestaande uit adel, geestelijkheid en burgers. Die burgers waren ook nog eens in twee groepen verdeeld, de invloedrijke burgers, zeg maar ‘de elite’ en het gewone volk. Overbodig om te zeggen dat die laatste groep helemaal niets in de melk te brokkelen had. 

Bij de adel was vooral het krenken van de eer een heel gevoelig onderwerp. Als die eer geschonden was werd die vaak met geweld ‘hersteld’ en dat werd zelden bestraft. In de periode van 1561 tot 1680 werd meer dan 400 keer kwijtschelding verleend van een misdrijf met meestal doodslag (gewelddadige doding zonder voorbedachte rade). Conrad Gietman geeft daar in zijn proefschrift indrukwekkende voorbeelden van.         

Zo verwondde Reinier van Keppel in 1561 in een Lochemse herberg tijdens een dronken bui zijn dienaar Frederik met een rapier. Tien dagen later overleed Frederik, maar volgens van Keppel was dat meer het gevolg van nalatigheid van de chirurgijn dan van boze opzet. Immers, toen hij de dienaar in bed had aangetroffen met een dienstmeid van zijn moeder, was Van Keppel terecht in woede uitgebarsten. Want hij had Frederik in dienst genomen toen deze een jaar of twaalf, dertien was. Samen waren zij naar de oorlog in Frankrijk getrokken en ondanks de vele misstappen die de jongen uit hoogmoed en oproerigheid had begaan had hij hem telkens weer vergeven. Maar aan elk geduld komt een einde, dus de dood van Frederik kon hem niet aangerekend worden. En zo geschiedde. 

Voor de gewone burger lag het wat anders. In 1629 bijvoorbeeld werd Roelof Wolter van Hövell, van Kevelham bij Goor door een dienaar doodgestoken. De straf van de dienaar bestond uit het afhakken van zijn hand waarmee hij zijn misdaad had begaan. Daarna volgde het afhakken van zijn hoofd, want hij had immers de doodstraf gekregen.