Afbeelding

700 jaar stad

1233 na Chr. was het jaar dat graaf Otto II Lochem stadsrechten gaf. De Zutphense graaf liet vanaf dat moment het besturen van 'Locheym' over aan de Lochemse burgers. Behalve als er recht moest worden gesproken over halszaken, met de dood als straf, zoals ophanging, marteling of onthoofding. Op de top van de Paasberg was daarvoor een aparte executieplek ingericht. In de volksmond heette die Paasberg dan ook “Geselberg”.

In 1233 was er nog geen sprake van een gracht of een muur, dat kwam later. Maar Lochemers mochten zichzelf wel besturen: de Walder-, de Molen-, Smee-, de Achter-, de Bierstraat en de Markt, kozen elk 2 vertegenwoordigers, die onder leiding van de scholtis beraadslaagden en besluiten namen. En van de omringende adel hoefde de stad zich ook niets meer aan te trekken. 

Voldoende reden om op gezette tijden feest te vieren. Zo ook in 1933, ondanks de economische crisis en de massale werkeloosheid. Had de dichter Staring de Lochemer er in 1833 niet aan herinnerd dat 16 juni 1233 toch een wel heel bijzondere datum was geweest, met veel vrijheid en zelfbeschikking. Dat kon je na 700 jaar toch niet ongemerkt voorbij laten gaan? 

Eensgezind en met groot enthousiasme werd met de voorbereidingen begonnen. Het zou een vier dagen durend feest worden, met elke dag een ander programma. Op de markt werd een middeleeuws stadje nagebouwd en op de drie uitvalswegen verrezen drie stadspoorten van hout en karton.

Op 19 augustus deed de feestcommissie een ronde door de stad, begeleid door een erewacht van de Lochemse Ruitervereniging. ‘s Middags kwam graaf Otto bij de Smeepoort aan, waar hij en zijn echtgenote begroet werden door de schutterij en de schepenen. Begeleid door een stoet van 120 vrouwen en mannen te paard schreed men te voet naar het stadhuis voor de officiële voorlezing van het charter met de ‘stadverklaring”. 

’s Avonds groot feest in het oude centrum, met het naspelen van de middeleeuwse rechtsgang en uitvoering van de straffen op de ‘Geselberg”. Natuurlijk de volgende dag allegorische kinderoptochten, met als hoogtepunt het hooiplukken door Jan de Poorter en het terugdrijven van de Spaanse soldaten door de Lochemers onder leiding van wachtmeester Balochi. Samen met stralend zomerweer werden het dagen om nooit meer te vergeten, met massa’s Lochemers en hordes ’vreemdelingen’. 

Daarna moest de kas worden opgemaakt; positief saldo van fl. 4.656,70. “Nat maken” volgens sommige Lochemers. Gezond verstand won. Het geld werd gebruikt voor een nieuw natuur- en sportbad aan de Berkel.