Afbeelding

Een indrukwekkende cadeau

In 1867 was Gerritje Naeff met haar drie zonen, Gerrit, Marinus en Nicolaas neergestreken in Lochem om er een leerlooierij te beginnen. Vooral de eerste twee bemoeiden zich met die looierij. En met succes. Ze kozen voor een specifiek leerproduct, de drijfriem. Die moest slijtvast en weinig rek vertonen en dat deed de riem van Naeff.

Er was grote vraag; jaarlijks waren kilometers van dit soort riemen nodig, waarmee de kracht van een stoommachine werd overgebracht naar de diverse machines in een fabriek. En dat over de hele wereld. Het product sloeg aan, werd op diverse beurzen over de hele wereld getoond en haalde heel veel prijzen. Kortom: succes voor Lochem. Begonnen met 2 arbeiders, begin 20e eeuw uitgroeiend tot meer dan 200. 

Maar ook succes voor de twee broers. Hun rijkdom groeide, evenals hun zorg voor Lochem als opkomend stadje in het industriële tijdperk. Marinus liet zich gelden als organisator en maatschappelijk ondernemer: via allerlei besturen was hij betrokken bij de Spaarbank, het Volkshuis, het Ziekenhuis en de villawijk Berkeloord.

Ook Gerrit Naeff liet zich maatschappelijk niet onbetuigd. In de eerste plaats was hij wethouder van Lochem. En bij zijn afscheid deed hij iets zeer opmerkelijks. De oorspronkelijke hoge torenspits van de Gudulakerk was tijdens grote brand in 1615 verwoest. Een aantal Lochemers met aanzien is toen Nederlandse gewesten afgegaan en heeft een, voor die tijd, fors bedrag opgehaald, ruim fl.12.000,-. Dat werd gebruikt om nieuwe huizen te bouwen en beschadigde te herstellen. 

Toen was er nog wat geld over voor herstel van de kerk en de toren. Maar niet zoveel dat de oorspronkelijke hoge spits terug kon komen. Het werd dus een kortere versie. 

Blijkbaar vond Gerrit dat Lochem pas echt stad kon zijn, als het ook nog over een carillon kon beschikken. Maar de beiaard met 27 klokken (nu 49, maar dat is weer een ander verhaal) kreeg te weinig ruimte onder het lage dak. Dus moest ook de hoge torenspits terug. 

De gemeenteraad dubde eerst nog. De zin uit de notulen: “Zoo iets zal toch heel wat fleur geven aan de plaats.”, laat wel wat twijfel zien. Het duurde dan ook nog ruim drie jaar voordat de beiaard uiteindelijk werd goedgekeurd en overgedragen aan de gemeente.

Maar Gerrit Naeff had gedaan wat hij voor Lochem nodig vond. Hij schonk Lochem in 1903 niet alleen een volwaardig carillon, maar ook nog eens een ingesnoerde torenspits, voor een klankvol geluid. Kortom, een stadsinstrument waar de Lochemers trots op mogen zijn.