Afbeelding

Patriotten in Lochem

Tussen 1781 en 1795 wisselden de kansen op de macht voor patriotten en prinsgezinden als dagkoersen. Grofweg waren kasteelheren als van Heeckeren van Nettelhorst prinsgezind en steunden burgerlijke magistraten als de neven Thomasson de patriotten.

Natuurlijk is zo'n indeling te grof: de adellijke neven Joan Derk en Robert Jasper van der Capellen (van de Boedelhof) waren juist voormannen van de patriotten en de Lochemse burgemeester Wolf steunde de Prins. Maar waar ging het eigenlijk om? Aan het eind van de 18e eeuw werd het verzet tegen de heersende aristocratie serieus. De patriotten, die vernieuwing op staatkundig gebied wilden, hadden oorspronkelijk hun hoop op prins Willem V, de stadhouder, gevestigd. Maar dat bleek valse hoop, want Willem was conservatiever dan deze mensen dachten. Hij werd zelfs hun voornaamste vijand, mede door het anonieme pamflet 'Volk van Nederland'. Dat was waarschijnlijk geschreven door Joan Derk van der Capellen tot den Pol. Hij weet daarin de slechte toestand van het land aan stadhouder prins Willem V en zijn regenten en riep het volk op de touwtjes in eigen hand te nemen.

De drang om te vernieuwen werd nog groter omdat een oorlog met de Duitse keizer dreigde en er in de oorlog met de Engelsen grote verliezen waren geleden. Oplossing was volgens de patriotten: een groot leger, niet van huurlingen, maar van het hele volk dat bewapend moest worden. Dat leidde tot opstootjes, ruiten ingooien, vechtpartijen en ruzies. Op de Nettelhorst vlogen de Patriotten en de prinsgezinde Orangisten elkaar letterlijk in de haren. Resultaat was dat de partijen, ook in Lochem, nog onverzoenlijker tegenover elkaar kwamen te staan. 

Op de deur van het Lochemse stadhuis stond op dinsdagmorgen, 15 april 1783, met grote krijtletters gekalkt: 'Bloedsuygers burgers pas op'. Raadsheer en orangist, baron van Heeckeren van Nettelhorst werd op een zondagavond bedreigd en nageschreeuwd. En ook werden er ruiten van het stadhuis en de kerk - waar orangist ds. Abbink preekte – ingegooid. 

De bestuurders in Lochem probeerden door 'vermaningen' verdere escalatie te voorkomen, zoals in juni 1784 in de volgende publicatie: 'Hoe dat enige losbandige jongens zich niet ontzien, op zondagen onder de godsdienst een groot geraas en gejoel op de kerkhoven aan te richten, zodanig, dat het goddelijke dienstwerk hierdoor wordt gehinderd'.

Begin 1785 nog maakte burgemeester Wolf zich zo kwaad dat hij enkele patriotten met de degen te lijf ging. Toch wonnen de patriotten steeds meer aan gezag. Zo mochten ze, na aanvankelijk verzet, burgerwachten oprichten. Met het uitroepen van de Bataafse Republiek in 1795 hadden de patriotten het pleit, althans voor enige tijd, gewonnen.