Gerrit Eikelkamp laat trots zijn krombekeend zien. Foto: Arjen Dieperink

Gerrit Eikelkamp laat trots zijn krombekeend zien. Foto: Arjen Dieperink

Arjen Dieperink

Gerrit Eikelkamp zorgt met liefde voor al zijn vogels

Maatschappij

’t VEEN - Hij begon als kind al met vogels, En nu, op zijn 58ste, heeft hij allerlei soorten in zijn volière. “Dit vind ik nou prachtig. Van zo iets moois als een krombekeend kan ik genieten”, zegt Gerrit Eikelkamp.

Door Arjen Dieperink

“Ik ben geboren in het ziekenhuis en heb hier altijd op de boerderij ’t Stekholt gewoond”, vertelt Gerrit. “Ik ben de derde en laatste generatie die er woont. Als kind ging ik wel op stap met mijn opa die jaagde. Als kleine jongen heb ik bij de Veengoot wilde jonge eenden gevangen en die aardig tam weten te krijgen. Zo begon eigenlijk mijn hobby”, zegt Gerrit. Even later komt het fotoboek op de tuintafel. “Kijk, hier zie je de ingegraven badkuip, daar zwommen de eenden in. Tegenwoordig ziet het er professioneler uit. De ruimte voor mijn hokken en volière werd aan de zijkant van dit stuk grond groter toen mijn ouders stopten met boeren. Het is nu zo’n 1000 vierkante meter aan oppervlakte.”

Kwakertjes
”In het begin had ik postduiven. Ik deed niet mee aan de vluchten maar vond het leuk als ze hier rondvlogen. Maar helaas, de vele roofvogels dunden het aantal duiven sterk uit en toen ben ik er mee gestopt. Dit geldt ook voor de kleine kwakertjes die ik had. Daar waren de marters, roofvogels en zelfs vossen wild op. De volière heb ik inmiddels afgedekt, en dan moet je toch nog voorzichtig blijven. Alle vogels zijn bij mij ’s avonds binnen. Helaas vergat ik er wel eens eentje en die zag je dan de volgende dag aangevreten ergens in de volière liggen.”
Gerrit heeft ook twee kalkoenen.”Die zijn verschillend, dat vind ik zo mooi. Het zijn alleseters, net als kippen alleen een graadje erger.“

Vereniging
Eikelkamp voelt er niets voor om zich aan te sluiten bij de Pluimvee- en Konijnenfokkersvereniging Lochem en Omstreken. “Met mijn vogels houd ik geen wedstrijden, ik vind het alleen maar mooi om ze zelf te verzorgen.” Een pauw komt er bij Gerrit niet in. “Die vogels krijsen zo hard, dat kan ik mijn buurt niet aandoen”, zegt hij.
Eikelkamp kijkt rond en wijst op een eend die op de grond zit. “Dat is een duitse pekingeend. Dat is een eend die niet zijn snavel in de veren steekt zodra hij gaat rusten. Het dier steunt met zijn snavel op de grond en wil ook wel eens met de nek plat op de grond liggen.Je zou dan denken dat de eend dood is,. maar dat is niet het geval.” De duitse pekingeend dommelt weg, en waarachtig: kort daarna rust de snavel op de grond.

Veel tijd
Zijn hobby kost Eikelkamp veel vrije tijd, maar dat maakt hem niet uit. “Ik werk drieënhalf tot vier dagen in de week. De rest van de tijd is voor mijn vogels. Mocht ik op vakantie gaan dan is mijn buurman bereid ervoor te zorgen.” Intussen eisen de indische loopeenden, met als kenmerk een lange nek, schreeuwend de aandacht op. Het is hier voor vogelliefhebbers een klein paradijs.
Gerrit duikt het hok in en komt even later terug met een krombekeend in zijn handen. Twaalf jaar geleden waren er volgens Stichting Zeldzame Huisdierrassen nog zo’n 120 exemplaren van in Nederland. Eikelkamp kweekt ermee. “Daar kan ik toch zo van genieten”, zegt Gerrit als hij met de vogel wordt vereeuwigd.