De Achterhoekse punkrockband Donder presenteert zich op 16 december op het DRU Poppodium in Ulft. Foto: Mark Koeleman
De Achterhoekse punkrockband Donder presenteert zich op 16 december op het DRU Poppodium in Ulft. Foto: Mark Koeleman

Energieke punkrock en semi-akoestische songs in het Achterhoeks

Muziek

ACHTERHOEK – Punkrockbands zijn er in overvloed en blinken zelden uit in originaliteit. Vijfmansformatie Donder weet zich van de meute te onderscheiden met songs in het Achterhoeks dialect, knallende en rustiger (maar altijd energieke) nummers en bevlogen bijdragen van een zelfverklaard ‘punkpoëet’. Op vrijdagavond 16 december presenteert Donder zich in DRU Poppodium in Ulft. 

Door Rudi Hofman

‘Het ni-je geluud uut de Achterhoek’. Zo afficheren de mannen van Donder zich op de DRU-site. Wie voor 10 euro een ticket koopt, krijgt tijdens de bandpresentatie niet alleen een volwaardig concert voorgeschoteld, maar ontvangt ook een fysiek exemplaar van de EP Januskop.

‘Iemand die nu eens het ene en dan weer een ander gezicht laat zien’. Dit is een van de definities van Januskop. Deze omschrijving is Donder op het lijf geschreven. De eerste drie nummers op de EP zijn razendsnel met fel gitaar- en drumwerk, dan volgt een fraaie bespiegeling van Jan Willem Hengeveld alias de ‘punkpoëet’ – hij schrijft ook ruwweg de helft van de songteksten – en de laatste drie nummers zijn relatief rustige songs waarin de semi-akoestische gitaar de sfeer bepaalt.

Jan Willem Hengeveld uit Almen is van beroep geestelijk verzorger bij een GGZ-instelling. In zijn voormalige woonplaats Aalten was hij protestants voorganger. Hij is net als de Larense drummer van Donder, Peter Leijenhorst, onlangs weer vader geworden. Beiden zijn zeer enthousiast over Donder. 

De broers Herbert (bassist, Zutphen) en Dennie Jolink (gitarist, Heelweg) legden in 2019 de basis voor de band. Peter is sinds bijna een jaar bandlid en Jan Willem sloot in 2020 aan. Zanger is Hengeloër Martijn Gerritsen. De band repeteert wekelijks in de ‘Bandcave 2.0’ achter het ouderlijke huis van de broers Jolink in Hengelo.

Grolschbusters
Het idee in het Achterhoeks te gaan schrijven en zingen, kregen de broers aangereikt toen zij met hun vorige band Grolschbusters in Duitsland speelden. Daar zeiden fans het vreemd te vinden dat de band niet in de eigen (streek)taal zong. Dit zette met name Herbert aan het denken en leidde uiteindelijk tot de oprichting van Donder, waarvoor hij ook een deel van de songteksten voor zijn rekening neemt.

“Herbert schrijft in directe bewoordingen over onderwerpen die dicht bij hem staan, dat is hem eigen. Ik schrijf wat meer beschouwelijk. Dat probeer ik wat gelaagd te doen, zodat er meer betekenissen mogelijk zijn. Mensen moeten de vrijheid van interpretatie hebben. Het Achterhoeks heeft wat krachtigs. Het is een taal die van binnenuit komt en is mooi en rauw”, zegt Jan Willem.

Het verschil in schrijfstijlen is volgens Peter een van de vele redenen waarom Donder geen standaard punkrockband is. “We zoeken ook muzikaal gezien nooit de makkelijkste weg. Zo is onze bassist continu bezig met verrassende basloopjes en kan onze zanger van Rammstein-laag tot vrij hoog zingen. Dat geeft er veel variatie aan en maakt het denk ik ook interessant om naar te luisteren.” 

Nedersaksisch 
Op hun facebookpagina noemden de bandleden afgelopen zomer hun doelstelling voor 2023: op de Zwarte Cross spelen in Roadhouse - de vuurrode schuur. Daarnaast is de ambitie om de komende jaren op te treden in alle delen van het Nedersaksisch taalgebied, inclusief Duitsland.

Inmiddels kan de band een setlist met achttien à twintig eigen nummers samenstellen. In combinatie met de verhalen en poëzie van Jan Willem (“Ik trap de avond in de DRU af met een donderpreake”) en het door Judith Brink verzorgde voorprogramma, kan het publiek een avondvullend programma verwachten.

Kijk voor meer informatie over de bandpresentatie van Donder op 16 december op de site van de DRU.

Kearl
Hieronder twee coupletten en het refrein uit Kearl.

(Couplet 1)
Ik høbel, ik vrampel, ik struukel, ik val an de grond
Moar ‘k doe ‘t, ik kan ‘t, ik wil ’t, met schoem op de mond
Ik denke, ik vuule, ik twiefel, is dit ‘t weerd?
Moar dan schut mien binnen, der ‘s eigenlijk niks dat mien deert

(Couplet 2)
Ik fluuster, ik proate, ik rere, ik loat mien goan
Dan denk ik, wie bun ik, wat kan ik, zut iemand mien stoan?
Ik wet ‘t, ik wil ‘t, moar toch maak ik mien vøls te druk
Gin oordeel, gin mening, nee niemand brech mien van mien stuk

Wat bu-j veur kearl ?

(Refrein)
Aj nooit ‘s op de bek goat
Nooit ‘s drek weer op stoat
Aj altied reert um hulpe, wat bu-j veur kearl?