Alexander (links) en Otto Schimmelpenninck van der Oije. Afbeelding uit catalogus Musea Zutphen
Alexander (links) en Otto Schimmelpenninck van der Oije. Afbeelding uit catalogus Musea Zutphen

De edelman en de hardrocker zijn verre familie

Expositie 'Niets gaat verloren' in musea Zutphen

Door Sander Grootendorst

ZUTPHEN - ‘Niets gaat verloren’ is de titel van de expositie die vertrekkend directeur Tiana Wilhelm in Musea Zutphen heeft ingericht. Niets gaat verloren: ook gelaatstrekken niet.

Wilhelm verlaat na vijftien jaar het Stedelijk Museum en Museum Henriette Polak, die sinds 2017 zijn verenigd in het Hof van Heeckeren. Een stadsmuseum met oog voor de lokale historie en een museum met schilderijen en beelden van kunstenaars uit het hele land bevinden zich in één gebouw. Hoe in een klein deel daarvan een expositie op te zetten die recht doet aan die tweezijdigheid én die een weergave mag zijn van eigen voorliefdes? Dat is wonderwel gelukt, sterker nog: de compactheid van de expositie maakt de meerwaarde van een ‘dubbelmuseum’ des te duidelijker. 

Kunst als onderdeel van de geschiedenis: afspiegeling én interpretatie ervan. Waarbij het lokale en nationale, maar ook het wereldtoneel, in elkaar overvloeien. Zoals het verleden in het heden overvloeit: met als getuigen de voorwerpen – bijvoorbeeld een Zutphense speelgoedhond van honderd jaar oud – en de kunstwerken – bijvoorbeeld het door Aart Schonk gebeeldhouwde hoofd van schilder Joop Sjollema, mede-oprichter van het Henriette Polak.

Over een onverwacht voorbeeld van ‘niets gaat verloren’ en van dat in elkaar overvloeien vertelde Wilhelm meteen aan het begin van de rondleidingen die ze een paar keer heeft gegeven. Het is ook te vinden in de catalogus – want natuurlijk hoort er een catalogus bij, zodat ook deze expositie niet verloren gaat. Kost maar 2 euro, feitelijk dus een cadeau van de directeur aan het museumpubliek. Het is tevens een korte geschiedenis van vijftien jaar Musea Zutphen; de expositie bestaat uitsluitend uit aanwinsten/schenkingen die in Wilhelms periode aan de collectie zijn toegevoegd.

“Diverse adellijke families hebben hun stempel gedrukt op de museale collectie”, schrijft Wilhelm. “In het bijzonder de families Van Heeckeren, Van Hasselt, Van Westerholt van Hackfort, Van der Capellen en Schimmelpenninck van der Oije.” Tot op de dag van vandaag, wat al blijkt uit de naam van het onderkomen van het huidige ‘dubbelmuseum’. En een nazaat van de familie Schimmelpenninck van der Oije was een van Wilhelms voorgangers als museumdirecteur. “De banden met de families zijn hecht. In meerdere tentoonstellingen hebben wij een beroep op hen mogen doen en bijzondere objecten mogen bruiklenen.”

Een schilderij uit 1694 is een van de openers van Wilhelms expositie. Dirck van Loonen vereeuwigde de edelman Alexander Otto Schimmelpenninck van der Oije op het doek. Als je er zo naar kijkt, denk je: dat had ook een popster kunnen zijn, uit de seventies van de vorige eeuw misschien. 

En warempel… Wilhelm: “Restaurator Han Boersma zei dat het portret hem deed denken aan Otto Schimmelpenninck van der Oije, bassist van de Zweedse metal-doomband Coldbound. Otto bleek de neef te zijn van mijn voorganger.” Wilhelm zocht contact met de rocker via de website van de band. Hij belde terug, liet weten dat hij vrij recent nog in het museum was geweest. “Ik wees hem op de familiegelijkenis. Hij wilde graag meewerken aan een foto. Is er ook echt voor gaan staan. Alleen jammer dat-ie z’n haar niet net zo los heeft als Alexander toen.”

Zo zie je maar weer: “De adel is ‘alive and kicking’.” Oftewel: zo elitair – het etiket dat moderne kunst vaak krijgt opgeplakt – is het helemaal niet. Neem het werk dat de nazaten van de Zutphense beeldhouwster Maité Duval (1944-2019) het museum schonken: een omhoogkijkende vrouw. “Het heet Inspiratie, ze nodigt ons uit om met haar mee te kijken.” Waartoe Wilhelm en haar crew zelf in feite ook vijftien jaar lang hebben opgeroepen: kom vooral kijken.

Tot die crew behoren de vrijwilligers. "Zonder hen zou het museum niet kunnen functioneren.” Van een van hen heeft Wilhelm een fotoportret in de expositie opgenomen: Hein Leenen, Zutphenees (1923-2009), die een boek schreef over zijn eigen Waterkwartier en het museum van informatie voorzag bij historische foto's. Geen man van adel, maar een man van het volk. In Musea Zutphen komt iedereen aan zijn trekken.

De expositie ‘Niets gaat verloren. Aanwinsten 2008-2022’ is nog te zien tot en met 29 januari 2023.

Tiana Wilhelm bij een van haar favoriete werken in deze tentoonstelling