Ets: Wim van der Meij

Ets: Wim van der Meij

Boekhandel Lovink 175 jaar

Algemeen

Iconisch en knus, goed gesorteerd én chaotisch: een boekhandel met drie gedichten op de zijgevel. Schrijver Eke Mannink werkt sinds deze zomer in Lovink. Ze portretteert de boekwinkel tijdens de jubileumweken van binnenuit. 

Aflevering 4: geur

Soms zie je aan klanten dat ze meer willen dan een boek. Ze drentelen wat bij de kassa, blijven net iets langer hangen dan gebruikelijk. Zo ook deze meneer. Hij koopt een boek over de Achterhoek en kijkt vervolgens om zich heen.
Lotte, de zaterdagkracht van zeventien, fatsoeneert de stapel Een film met Sophia, de nieuwe Koch. Ik sta te stuntelen met de ladder om een box met het oeuvre van een fotograaf zijn plek te geven.

‘Dat is zeker wel fijn werk,’ begint hij. ‘De hele dag tussen de boeken?’

We beamen het stereo, Lotte en ik.

‘Ik begrijp dat wel,’ gaat de man verder. ‘Mijn jeugd speelde zich af in een boekhandel.’

Nou heeft hij ons. Lotte stopt met rechtleggen. Ik kijk op van mijn ladderexpeditie.

Een boekhandel, waar dan?

‘In Rotterdam. Mijn vader had Molenaar,’ vervolgt de klant.
Je hoort en ziet dat hij teruggaat in de tijd.
‘Ik weet niet of het nu nog Molenaar heet,’ zegt hij dan. ‘Het is lang geleden. Ik deed als kind precies wat jij doet.’ Zijn hoofd knikt in de richting van Lotte. ‘Alle kaften rechtschuiven. Het werd een obsessie. De klanten legden ze dwars door elkaar. Ik vond het geweldig om ze weer op hun plek te leggen, liep met mijn vinger langs de kasten en kaften, raakte alles even aan. Het duurde lang voor ik ging lezen.’
Hij tilt zijn pakketje letters even de lucht in.
‘Ik luisterde naar het gepraat over boeken en ik raakte ze aan, meer niet. Mijn hele jeugd.’ De mijmerende klant sluit nog net niet zijn ogen, maar is onmiskenbaar ver weg van Lochem. Zijn hoofd en hart zijn in Rotterdam. ‘Hoe het rook, die geur van bladzijden en kaften, vooral van die oude boeken.’
Nu slaan zijn wimpers even neer.
‘Ik denk dat ik dat het fijnste vond; de geur van papier diep opsnuiven.’

Hij doet me nadenken over waarom ik hier graag werk.
Ook op mij heeft de geur van boeken een magische uitwerking. Maar er is meer.
Het is de winkel zelf, in een dromerig stadje, met een middeleeuws centrum. Een grote kerk, kasseien en dan de boekhandel sinds 1846. Op de gevel van ons pand staan drie gedichten, op de vloer ligt rood tapijt, er snort een gaskachel en de boeken zijn overal, chaotisch gerangschikt. Boven woont Boeije, de voormalige eigenaar, die de kleine zaak groot maakte. Een leeftijdloze man met een witte baard. Dat voelt knus.
En het zijn de klanten, die specifiek vragen om raad. Iets om uit voor te lezen voor hun kleinkinderen, een boek om beter te kunnen slapen, een werk dat ze inzicht geeft in de psychologie van relaties. Het is heerlijk om met klanten en collega’s over boeken te praten.

Later op de dag tik ik het in op mijn scherm: ‘Molenaar, boekhandel Rotterdam’.
Dat had ik beter niet kunnen doen.
Onder een foto van een etalage in Hillegersberg staat: permanently closed.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant