Mooie muziek, geweldig koor, grappige acteurs en volop saamhorigheid. Foto: Geert de Groot

Mooie muziek, geweldig koor, grappige acteurs en volop saamhorigheid. Foto: Geert de Groot

Muzikaal dorpstheater pakt spectaculair uit

Cultuur

ALMEN - Waar een klein dorp groots in kan zijn. Met dit ietwat belegen mantra in mijn hoofd liep ik afgelopen vrijdagavond door de Dorpsstraat naar huis. Na de première van Dorp! en de bijbehorende borrel achteraf in het Dorpshuis. Lyrisch was ik: wát een vermakelijk stuk. Wat een mooie muziek, een geweldig koor, grappige acteurs en subliem decor. En die saamhorigheid… Ik had maar één wijntje op, dus daar kon het niet aan liggen.

Door Eke Mannink

Voor Lochem te Voet, de column op pagina 3 in deze krant die ik tweewekelijks schrijf, kwam ik langs de Berkel tot drie keer toe wandelaars tegen die begonnen over Dorp!, het theaterstuk dat de Stichting Almens Amateurtheater, StAAT, afgelopen weekend organiseerde in de dorpskerk. Het maakte me nieuwsgierig, al helemaal toen bleek dat de drie geplande voorstellingen binnen een half uur uitverkocht waren. Verzin een list, zei ik tegen mezelf, goeie ouwe Tom Poes indachtig, en ik vroeg de Berkelboderedactie of ik een artikel mocht aanleveren. In de tussentijd was er nog een vierde, extra uitvoering ingepland: wéér waren alle kaarten binnen no time weg.

Vol verwachting liep ik met een kussentje onder de arm – kerkbanken kunnen hard zijn – even over half acht het Dorpsplein op. De zaal zat al voor driekwart vol. Al wachtend maakte ik kennis met mijn buren. Het echtpaar was opgetogen over het feit dat er eindelijk weer een productie van formaat opgevoerd zou worden. “Ik weet nog zo goed dat we hier net kwamen wonen”,’ vertelde zij. “We zagen toen Jesus Christ Superstar hier, geweldig was dat.” Hij knikte beamend, in 2008 moet dat geweest zijn.

Uit het programmaboekje werd duidelijk dat het nieuwe bestuur van StAAT hun doorstart in eerste instantie ‘relatief klein’ wilde houden. Toen dorpsgenoten een jaar geleden en masse reageerden op de oproep om mee te doen, waren ze overweldigd. “Binnen de kortste keren hadden we de cast en een compleet koor en orkest bij elkaar en een indrukwekkende groep mensen die allerlei werkzaamheden achter de schermen wilden doen.”

Laurens Groskamp was een van hen. Hij had de leiding over de decorbouw en timmerde met een groep medevrijwilligers vanaf januari iedere dinsdagavond in zijn schuur bij de Mariënhoeve aan het toneel. Houten honingraten, een trap, een kroeg, een ‘Bee & Bee’… niets was ze te dol. Het vernuftige toneelbeeld – ontworpen door Wim-Jan Brummelman, tevens understudy van hoofdpersoon Harm – kon moeiteloos omgetoverd worden tussen de scènes. “Het decor was vrij hoog,” aldus Groskamp. “Dat is omdat we anders om het doopvont heen moesten bouwen. Dan alles maar de lucht in, dachten we, dan hebben we daar geen last van.” Het doopvont, van Bentheimer zandsteen, dateert uit de elfde eeuw. Inderdaad iets om rekening mee te houden.

Klokslag acht opende het orkest vrijdagavond met de klassieker Het Dorp van Wim Sonneveld. De instrumentale versie werd ongetwijfeld in vele hoofden meegezongen. Toen begon Dorp! Met een kroegscėne, waarin boer Harm een potje gaat darten met een vriend. Uit de publiciteit vooraf hadden wij als publiek al begrepen dat de voorstelling over veel aspecten van het moderne leven zou gaan: stikstof, geluk, humor, klimaat… Toen in de eerste scène de woordspeling ‘woke olie’ klonk, was mijn avond al goed.

We volgden boer Harm en de randstedelijke Kiki. Die laatste strijkt tijdelijk neer in een van de als paddenstoelen uit de grond schietende B&B’s voor haar onderzoek naar het voortbestaan van de Bumblebee. Ze vallen voor elkaar. Natúúrlijk is het slikken voor Harm dat Kiki havermelk in de koffie drinkt en natúúrlijk is het niet te doen voor Kiki dat Harm zo hangt aan zijn boerderij dat het niet in zijn hoofd opkomt om voor haar te verhuizen, maar wel verwacht dat zij dat doet voor hem. Woningnood, inburgering, polarisatie, toerisme … op een creatieve, theatrale manier kwam het allemaal aan bod.

Wat me als buitenstaander het meest trof, was de saamhorigheid die blijkt uit de productie. Het koor, het orkest, de acteurs, het publiek – iedereen leek elkaar te kennen en te waarderen. Van alle kanten werd voortdurend duidelijk gemaakt: elke gelijkenis in het stuk met Almen berust op toeval. Tegelijkertijd drong tot me door: dit is Almen ten voeten uit.

In het stuk volgt het publiek het verhaal van boer Harm en de randstedelijke Kiki. Foto: Geert de Groot
Houten honingraten, een trap, een kroeg, een 'Bee & Bee'… niets was ze te dol. Foto: Geert de Groot
Foto: Geert de Groot

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant