Accordeonist Vincent van Amsterdam en violist Javier Lupiáñes in de Gudulakerk. Foto: Henri Bruntink
Accordeonist Vincent van Amsterdam en violist Javier Lupiáñes in de Gudulakerk. Foto: Henri Bruntink

Bachweken krijgen gouden randje met Vincent van Amsterdam

Muziek

LOCHEM - De Bachweken Lochem zijn goed op stoom gekomen. Aan de vooravond van het hart van het festival - de Matthäus Passion - viel er veel te genieten in de Gudulakerk. Vrijdag maakten accordeonist Vincent van Amsterdam en violist Javier Lupiáñes hun opwachting. Naar schatting 150 mensen kregen iets moois voorgeschoteld. Gepassioneerd samenspel van twee virtuozen op hun instrument zorgde voor magische momenten.

Door Henri Bruntink

Het contrast tussen accordeon en viool is enerzijds groot, maar de instrumenten vullen elkaar net zo vaak wonderwel aan. De lichtvoetigheid van de viool en de ‘bombast’ van het accordeon voeren soms strijd maar vleien zich net zo gemakkelijk weer tegen elkaar aan. Het accordeon klinkt, zeker in een kerk, als een orgel. Maar in de handen van Vincent van Amsterdam speelt het net zo makkelijk de rol van tweede viool, maar dan uiteraard in de letterlijke betekenis van die uitdrukking.

Vader en zoon
Er stonden vrijdagavond vijf composities op het programma. Daarvan waren er drie van Bach, maar slechts één van de grote Johann Sebastian. De overige twee waren van de hand van zoon Carl Philipp Emanuel (C.P.E.) Bach. Beiden leefden ver voor de tijd dat het accordeon het levenslicht zag. Het instrument nam eind 19e eeuw serieuze vormen aan en kreeg toen pas enige bekendheid. Maar in de klassieke muziek is het ook nu nog geen alledaagse verschijning. Vermoedelijk ook omdat de grote componisten er dus nooit speciaal voor schreven.

J.S. Bach was bovenal kerkorganist en door de gelijkenis in klank met een orgel klinkt zijn werk ook erg mooi op accordeon, als de bespeler ervan zijn instrument beheerst. Bijna grappig was dat de toehoorders in de Gudulakerk juist dát vrijdag niet echt kregen te horen. Maar de Viool Sonate g-major BWV 1021 van J.S. mocht er zijn, ook hier vooral door het samenspel van viool en accordeon. Van zoon C.P.E. werden Fantasia Fis-minor Wq 67 en Sonate D-major Wq 71 uitgevoerd. Eerstgenoemde stuk door Vincent van Amsterdam solo. 

Sturm und Drang
De verschillen tussen vader en zoon Bach kwamen even later duidelijk aan licht. De vader met invloeden van Italiaanse voorbeelden en de dramatiek die we kennen van de Matthäus. De zoon als wegbereider van de Nieuwe Stijl die werd gekenmerkt door grilligheid en contrasten. Van Amsterdam legde in de aankondiging een verband de periode van Sturm und Drang uit de toenmalige Duitse literatuur.

Om te onderstrepen dat het - zelfs tijdens de Bachweken - niet altijd Bach is wat de klok slaat, begon het concert met het onmiskenbare (viool)geluid van Vivaldi (vioolsonate RV 816), gevolgd door een vierluik uit het Troisième Concert Royaux van F. Couperin. Die laatste gold als een inspirator van J.S. Bach.

Het concert van ongeveer een uur resulteerde, terecht, in een staande ovatie en een reprise van een gedeelte van het genoemde werk van Couperin.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant