Afbeelding

Transhond

Opinie

‘Is je hond een teef?’ Ik kijk de man met de pet waarschijnlijk net iets te schaapachtig aan. ‘Is het een vrouwtje?’ vervolgt hij. ‘Ja, toch?’

Ik knik. We hebben net zitten praten over daslook en bosanemonen, deze overgang kwam voor mij wat onverwacht. ‘Waarom vraagt u dat?’ wil ik weten. ‘Ze plast als een man,’ zegt de man met de pet. ‘Als een reu. Daarom ging ik even twijfelen.’

Ik lach. Het klopt, ik word daar geregeld op aangesproken. Als Hazel een plas doet, tilt ze een achterpoot omhoog. En ze kijkt er heel stoer bij, vind ik – maar dat kan verbeelding zijn. ‘In deze tijden niet zo verwonderlijk,’ gaat de man verder. ‘Met al die bipolariteit bedoel ik.’ Weer kijk ik hem verwonderd aan. ‘Bedoelt u de genderdiscussie?’ vraag ik.
Nu lacht hij. ‘Ja, die bedoel ik. Dat het verschil tussen man en vrouw als het ware wordt opgeheven. Dat er een transman met een transvrouw trouwt, dat ken allemaal tegenwoordig.’

Ik hoor een licht Amsterdamse tongval in zijn woorden. Die was me nog niet opgevallen tijdens ons plantengesprek.
‘Daar past zo’n hond met genderoverschrijdend gedrag goed bij,’ beaam ik, ‘of bedoelt u dat niet?’
‘Zeker wel,’ zegt de man. ‘Het moet alleen niet gekker worden.’
Ik krijg plezier in het nieuwe onderwerp.
‘Niet gekker?’ vraag ik. ‘Vroeger waren er vast en zeker ook al vrouwtjeshonden die mannelijk plasten, en andersom – alleen werden ze toen niet in zo’n hokje gestopt.’

De meneer is even stil. Hij neemt de pet af, strijkt over zijn kalende schedel, zet de pet weer op. De zon is even achter het wolkenplafond vandaan gekomen. We genieten ervan. Hazel loopt wat te laveren langs de Berkel, op zoek naar een muizenhol of een geurspoor. Opeens ervaar ik dit als een sereen moment. Vind het bijna jammer wanneer de meneer weer praat.

‘Doordat die hokjes nu bestaan, kruipen mensen er steeds meer in,’ zegt hij. ‘Als we niet zoveel over transgenders, kweeers’ - hij rekt de e lang op - ‘en weet ik hoe die lui tegenwoordig heten, zouden praten, dan zouden er ook niet zoveel zijn.’

Ik geniet nog even van mijn zen-moment. Bedenk me dat hij best gelijk zou kunnen hebben. Maar de vraag is, of dat uitmaakt. Ontwikkelingen voltrekken zich. Of je wilt of niet.

De aanleiding van ons gespreksthema zoeft voorbij. Ze heeft een speelkameraad gevonden.
Een vrolijk reutje.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant