Het manden vlechten heeft niets aan glans verloren

LAREN - Op het boerenerf in Larense Broek staan enkele auto's geparkeerd. De deur van de deel gaat open. In de verwarmde ruimte zitten vijf dames en vijf heren allen druk aan het manden vlechten.

Door Arjen Dieperink

Josje Brouwer laat één van haar werken zien. "Hier zie je een walnotenmand. Hierin zitten verschillende technieken in verwerkt". Terwijl ze deze laat zien, zijn de Derk Langekamp en Gerrit Korenblek aan de andere kant van de deel druk bezig met het vlechten. Karen Bresser vertelt: "Wij komen als groepje vlechters in de wintermaanden bij elkaar. Nog een paar vrijdagen komen wij nu nog samen en dan begint de zomerstop, in september gaan wij weer verder. Gerard Lammertink is onze leraar. " In de hoek van de deel wordt druk gewerkt aan een vogelvoederhuisje. In het midden van de deel is Gerard Lammertink met één van de cursisten bezig. Hij geeft haar enkele aanwijzingen en doet een vlechttechniek even voor.

Niet iedereen komt uit Laren. Twee van de dames komen uit Eerbeek en één uit Bathmen. Aafke Claassen (52) komt uit Eerbeek, zij is door haar vriendin meegenomen naar de cursus. Zelf werkt zij in een bloemenzaak en heeft volgens één van de aanwezigen er het juiste gevoel voor om te kunnen vlechten. Haar werk heeft ze met priem gefixeerd op de plank. Op deze wijze kan ze het werkstuk ronddraaien.

Het vlechten kent drie hoofdtechnieken: staak en inslagtechniek; plaiting techiek (ruimtelijke vormen creëren) en bindtechniek. En het kan met onder andere bramentwijgen, biezen, verschillende grassoorten, rotan, stro, wilgentenen en andere flexibele twijgen. "Er zijn maar een paar beroepsvlechters in ons land, vaak worden manden voor een uitvaart gemaakt. Deze vlechters moeten bijna dag en nacht vlechten en rijk word je er niet van. Als ik namelijk de prijs zou vragen wat het aan tijd en materiaal heeft gekost, raak ik het niet kwijt".

In Nederland kent men de Vereniging van Vlechters, zo'n tweehonderdvijftig leden telt de vereniging.