Piet de Vos met de boeken Ooggetuigen van de watersnood 1953 en Gebroken dijken. Foto: Arjen Dieperink

Piet de Vos met de boeken Ooggetuigen van de watersnood 1953 en Gebroken dijken. Foto: Arjen Dieperink

Arjen Dieperink

Watersnoodramp van 1953 bracht Piet de Vos uiteindelijk in Lochem

Algemeen

Jongetje van twaalf bleef alleen over met zijn moeder

Door Arjen Dieperink

LOCHEM - In de Lochemse Prinsenbuurt woont Piet de Vos, overlevende maar ook slachtoffer van de Watersnoodramp van 1953. In de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari van dat jaar verloor het jongetje uit Oude-Tonge zijn vader, zijn drie broertjes, zijn zusje en nog tientallen andere familieleden. Alleen zijn moeder overleefde, en samen kwamen zij uiteindelijk terecht in Lochem, waar een nieuwe toekomst wachtte.

De straatnaam is meer dan genoeg om het huis van Piet de Vos te vinden, een huisnummer is echt niet nodig. Zodra je bij hem voor de deur staat is door het voorraam een beeldje van een vos te zien, die naar buiten kijkt. En op de slaapkamer aan de straatkant hangen twee afbeeldingen van een vos voor het raam. Het kan niet missen: dit is het juiste adres.
In de kamer hangt boven de deur naar de gang een lijst met zes foto’s. In het passe-partout zijn Piets vader, zijn broertjes en zijn zusje te zien. De zesde foto toont het massagraf waarin ze te ruste zijn gelegd. Het symboliseert de pijn in Piets verleden. Elders in de woonkamer hangen nog meer foto’s, van zijn kinderen en kleinkinderen. Verder een van kinderkralen gemaakt hartje, opgeplakt op papier, met de tekst ‘ lieve opa’. Duidelijker kunnen het verleden en het heden van Piet in één ruimte niet worden weergegeven.

De ramp
Piet de Vos werd op 14 september 1940 geboren in Oude-Tonge, op Goeree-Overflakkee. Hij groeide met zijn drie broers en een zusje op aan de Josefdreef in dat Zuid-Hollandse plaatsje. De 12-jarige Piet kreeg een abces in de knieholte en moest voor de behandeling naar het ziekenhuis in Dirksland, midden op het eiland. Hij verbleef daar uiteindelijk zes weken, zonder te beseffen dat dat uiteindelijk zijn verdere levensloop drastisch zou gaan bepalen. In het ziekenhuis had Piet niet in de gaten dat de watersnoodramp zich voltrok. “Wij wisten op de kinderafdeling wel dat er iets gebeurd was, maar wat en hoe dat wisten wij niet. En daarna ben ik nog veertien dagen in onzekerheid gebleven over hoe het met mijn familie was”, vertelt Piet de Vos.

De brief
Piet de Vos kan zich nog goed herinneren dat hij een brief van zijn moeder kreeg. “Die brief werd onderschept door mijn chirurg. Die vond het beter om mij zelf te vertellen at de watersnood met mijn familie had gedaan in plaats van dat ik dat als kind zo maar las. Je hoort hem wel aan, maar veel gaat er dan langs je heen.”
Piet is even stil als hij de situatie van 68 jaar geleden voor geest haalt. Zijn vader Lieven (39), de broers Adrie (13), Arend (9) en zijn zus Jany (7)  en babybroertje Jan (11 maanden) waren allemaal verdronken en later in het massagraf ter aarde besteld.Hij pakt een klapper. “Kijk, dit zijn eerst de ansichtkaarten die ik kreeg tijdens mijn eerste weken in het ziekenhuis. Hier heb je de brief van mijn moeder, die ook staat afgedrukt in het boek ´Ooggetuigen van de watersnood 1953´.

Allemaal verdronken
De brief is gedateerd op 14 februari 1953 en begint met de tekst: “Lieve Piet. Hier is dan een paar letteren van je ma hoor........ Opa; die is ook verdronken, Piet en tante Janne, oom Cor, Cor, Adrie, Aat, Henk en Jimmie Bruinse ook. Alleen Riek die was over, want die was bij de Westdijk. Bij Janna Paase zijn ze allemaal verdronken.... Jij hebt nog een moeder, hé Piet. Nou dag lieve jongen en tot ziens, dag.”
In totaal verloor Piet zevenendertig familieleden. Toch kan hij nog relativeren: “In het ziekenhuis lag tegenover mij een meisje uit Stellendam. Zij kreeg te horen dat van haar geen enkel familielid meer in leven was.”
Ieder jaar gaat Piet naar de Watersnoodherdenking in zijn geboorteplaats. Vijf jaar geleden ontmoette hij voor het eerst drie voormalige klasgenoten met wie hij oude herinneringen deelde. De laatste keer kwam hij de burgemeester van Goeree-Overflakkee, Ada Grootenboer, tegen. Zij schreef voor Piet de Vos in het boek ‘Ooggetuigen van de watersnood 1953’ de volgende woorden: “26 januari 2018. Voor Piet de Vos. Dank dat u het verhaal van uw familie en de indrukwekkende brief van uw moeder met ons wil delen. Groet, Ada Grootenboer. Burgemeester van Goeree-Overflakkee.”

Herenigd
Na in totaal zes weken in het ziekenhuis te hebben gelegen werd Piet in kleren die hij van het Rode Kruis had gekregen door de chirurg naar Almelo gebracht, naar zijn moeder. Piet kan zich het nog goed herinneren. “Mijn moeder was bij haar broer en zijn gezin ingetrokken. Daar werden wij na vele weken met elkaar herenigd. En als je haar weerziet komt het besef dat wij nog maar met ons tweeën zijn.” Hij is even stil na deze woorden.
Piet de Vos ging eerst in Almelo naar school maar een half jaar later kreeg zijn oom een baan in Lochem en Piet en zijn moeder verhuisden mee. “Mijn moeder kon eerst geen huis voor ons tweeën in Lochem krijgen. Toen heeft mijn oom een brief naar de koningin gestuurd en kort daarna, in 1956, kregen wij een huis.” Na de technische school in Zutphen te hebben gevolgd ging Piet de Vos aan het werk bij Van Berkum Carrosseriebedrijf . “Mijn moeder kende men in Lochem als tante Ka. Zij is uiteindelijk 80 jaar geworden.”

Het gezin De Vos
In 1962 kwam Piet zijn Rieky tegen. Op 19 maart 1965 traden ze in het huwelijk. Het echtpaar De Vos kreeg vier kinderen: Caroline (1965), Lieven (1969), Rik (1973) en Peter (1974). “Rik kwam met medische problemen op de wereld. Hij heeft slechts één dag geleefd”, vertelt Piet. Nadat de kinderen waren uitgevlogen kon het echtpaar De Vos twee kleindochters en een kleinzoon begroeten.
Het huwelijk van het Piet en Rieky kwam drie jaar geleden tot een abrupt einde toen Rieky ‘s avonds niet goed werd. “Ze zat op bed en zei tegen mij dat ze geen adem kon halen”, vertelt Piet. “Ik zag dat het niet goed was. Ze ging liggen en ik belde om hulp. Het mocht helaas niet zo zijn. Haar aorta bij haar hart was gesprongen.” Piet valt even stil.
Als we vragen of hij voor een foto de passe-partout met de foto’s van zijn vader, broers en zus zou willen vasthouden, schudt Piet van nee. “Die blijft daar hangen” is duidelijk zijn antwoord. Wel wil hij de twee boeken vasthouden waar hij ook een binding mee heeft. Het ene is ‘Gebroken Dijken. Goeree-Overflakkee en de ramp van 1 februari 1953’ . In dit boek staat een foto waarop te zien is dat Piets ouderlijk huis is weggespoeld en zijn geboortedorp geheel onder water staat. Het andere heet ‘Ooggetuigen van de watersnood 1953’. In dat boek is de brief van zijn moeder gepubliceerd.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant